Dat maaiveld. Te hoog. Niet hoog genoeg.
Ik steek mijn hoofd omhoog. En telkens weer kan ik me niet bedwingen even boven het maaiveld te kijken. Een klein beetje. Gewoon uit nieuwsgierigheid. Wat als ik mijn hoofd nog wat hoger zou steken. Wat als het telkens minder eng zou voelen? Of even eng maar dat ik dan weet dat ik het aankan wat er daarna gebeurt. Ofzo.
Dat ik samen slaap met mijn kinderen. Dat ik dat normaal vind. Dat dat vanzelf ging. Dat ik gevoeld heb wat ik voelde. Dat ik niet iets anders koos.
Dat ik wel eens verliefd word op een vrouw. Heel hard. En ook vaak op een man. Ofzo. Dat ik verliefd word op mensen die mij raken. Die mij prikkelen. Dat ik soms ook gewoon voor het plezier bij mensen was. Dat ik dan altijd heel duidelijk was. Of het lust of liefde was. Dat ik van eerlijkheid hou. En dat ik passioneel leef. Dat ik niet anders kan.
Dat ik me wel eens raar voel. Dat ik me vanalles voel. Veel mensen. Veel dingen. Veel trekken en duwen. In mezelf. Dat mijn lijf alles is. Mijn heerlijke bondgenoot in een leven zonder grenzen. Dat ik iedereen mag zijn. Dat ik geraakt werd door de zin: ‘Wie voel ik mij vandaag?’. En dat de tranen rolden. Van herkenning. Van erkenning. Van zelfliefde. Van alle mensen die in mij leven. Niet maar twee maar het hele spectrum. Dat ik daar blij van word.
Dat ik niet graag zwanger was omdat ik me dan overspoeld voelde door vrouwelijke hormonen. Dat ik daar boos en opstandig van werd. Dat ik me daar dan ook nog eens schuldig over voelde. Dat ik blij was als de baby was geboren. Dat ik dan ook weer boos was, dat mijn hele lichaam anders was. Dat ik dat vreselijk vond. Ik hield zo van mijn sterke, strakke lijf waarmee ik de wereld aankon. Dat ik boos was op de hele wereld.
Dat ik de luxe had om thuis te blijven met de kinderen. Dat ik daar stiepelgek van werd. Dat ik veel begon te eten en dat lijf nog veel minder van mij leek te zijn. Dat ik zoveel suiker at dat ik me depressief begon te voelen. Dat ik rigoureus koos om gezond te gaan eten. Dat ik al 17 jaar naar allerlei coaches ga. Dat ik lang het gevoel had dat ik het niet alleen aankon. Dat ik nu doorheb dat ik het vooral niet allemaal alleen moet aankunnen. Dat ik het slachtoffer heb uitgehangen. Dat ik nu besef dat ik daar niet veel mee bereik.
Dat ik slim ben. Dat ik dacht dat iedereen de wereld zo percipieerde als ik. Dat dat niet zo is. Dat ik anders ben bedraad. Dat dat ook wel eens hoogbegaafdheid wordt genoemd. Dat ik die term niet zo leuk vind. Dat ik mezelf wildbegaafd vind en dat ik daar best blij mee ben. Dat het vaak ook lastig is. Dat ik nu heb besloten dat ik gewoon knalhard mijn intense zelf mag zijn. Dat ik zelf gelukkiger ben als alles intens is. Dat rust ook intens kan zijn. Dat mediteren in haar eenvoud ook ongelofelijk intens kan zijn. Of net het omgekeerde. En dat ik gigantisch van contrasten hou.
Dat ik graag de confrontatie aanga. Dat ik begrijp dat niet alle anderen dat ook leuk vinden. Dat ik drijfkracht in mezelf heb waarmee ik telkens mezelf weer vooruit stuw. Dat ik graag alles in vraag stel. Dat ik anderen daarmee irriteer. Ook inspireer. Dat ik er mijn werk van heb gemaakt. Van vragen stellen. Van aanvoelen. Van professionele voelsprieten. Dat ik ook niet altijd weet waar ik mee bezig ben. Dat ik ook wel eens de kluts kwijt ben. Of dat mijn hoofd vol zit. Of net niet.
Dat ik graag dicht. Dat ik gek ben op rijm. Dat dat goed uitkomt nu ik elke avond verhaaltjes voorlees aan mijn mini-kroost. Dat ik best goed ben in verhaaltjes lezen. Dat ik graag vragen stel aan mijn kinderen. Dat ik hun nieuwsgierigheid deel. Dat ze me verbazen en inspireren met hun knotsgekke en normale uitspraken. Dat ik ze graag zie. Dat ik knettergek van ze word. Dat ik nooit meer zonder hen kan. Dat ik ze nog liever zie als ze zachtjes in slaap vallen en ik even alleen kan zijn met mijn eigen gedachten.
Dat ik goed alleen kan zijn. En ook weer niet. Dat ik van mensen hou en ze tegelijk niet de hele tijd te dicht in mijn buurt wil. Dat ik van de wereld een mooiere plek wil maken. Ja, echt. Dat ik geloof in de schoonheid van elke emotie. Pijn, verdriet, boosheid en vreugde. Dat ik ze het liefst afwisselend voel en heel intens. Dat ik ervan hou als mensen kwetsbaar zijn. Dat ik het zelf best nog moeilijk vind om kwetsbaar te zijn. Dat als ik me kwetsbaar toon ik mezelf een mooiere mens vind. Dat ik dan de eerlijkheid uitdraag.
Dat het leven het meest boeiende avontuur is dat ik me kan voorstellen. Dat ik van elke seconde al heb genoten. Dat dat genieten niet altijd leuk is. Dat de intensiteit mij deugd doet. Dat ik dat nodig heb net als eten. Dat ik mijn leven volprop met ervaringen. Dat ik wil voelen dat ik leef. Dat ik dan ook regelmatig crash. Dat ik dat gelukkig al wat beter voel aankomen. Dat ik graag leef. Altijd. Ook als het pijn doet. Ook als ik zwaar aan mezelf twijfel. Dat ik vertrouwen heb in mezelf en in de wereld. Dat alle crap tot iets leidt. Of ook niet.
Dat wilde ik even kwijt. Dat ik een mens ben. Een intense. Dat ik vanaf nu gewoon nog steeds mezelf ga zijn. Maar dan nog wat intenser.
Nele